Elk vakgebied heeft zijn jargon. In deze lijst vindt u een toelichting bij enkele van de meest courante termen uit de leder en lederverwerkingssector:
- Aniline : een kleurloze grondstof die gebruikt wordt in de productie van kleurstoffen. Kleurstoffen op basis van aniline dringen diep in het leder en laten alle natuurlijke lederkenmerken zichtbaar
- Doorgeverfd leder : leder dat in een bad met anilinekleurstoffen werd ondergedompeld. Buiten- en binnenkant van het leder vertonen dezelfde kleur. Eventuele beschadigingen van het oppervlak zijn minder zichtbaar
- Gepigmenteerd leder : leder waarvan het oppervlak grondig behandeld werd met pigmentkleuren
- Geslepen leder : leder waarvan het oppervlak (gedeeltelijk) afgeschuurd werd
- Impregneren : voorafgaande behandeling van het leder tegen vocht en vuil
- Licht gepigmenteerd of semi-aniline leder : leder waarvan het oppervlak licht behandeld werd met pigmentkleurstoffen
- Lichtechtheid : bestendigheid tegen zon en UV-licht
- Looien : omzetting van een dierenhuid in duurzaam leder
- Nappaleder : verzamelbegrip voor alle volle nerfleders
- Nerfzijde : lederoppervlak, bovenkant van het leder.
- Nervenbeeld : structuur van het lederoppervlak
- Nubuckleder : nubuck is een type veloursleder
- Patina : natuurlijk veranderingsproces van leder
- Pigmenten : kleurstoffen die op het lederoppervlak worden gespoten
- Porie : kleine opening in de huid, doet het leder 'ademen'
- Printen of dessineren : een uniforme structuur op het lederoppervlak aanbrengen via reliëfdruk
- Puur natuurleder of puur anilineleder : natuurlijk leder dat enkel met anilinekleurstoffen werd doorgeverfd
- Veloursleder : verzamelbegrip voor alle geruwde leders
- Volle nerfleder : leder waarvan het oppervlak volledig intact gebleven is en dat zijn natuurlijke structuur behouden heeft